9.4. Algemene toelichting
Activiteiten
Woningcorporatie Stichting Lefier (hierna: ‘Lefier’) is een stichting met de status van “toegelaten instelling volkshuisvesting”. De statutaire vestigingsplaats is gemeente Midden-Groningen. Het actieve werkgebied bestaat uit de vijf gemeenten: Borger-Odoorn, Emmen, Groningen, Midden-Groningen en Stadskanaal. De activiteiten bestaan voornamelijk uit de exploitatie en ontwikkeling van woningen voor de sociale huursector. De stichting heeft specifieke toelating in de regio Noord-Nederland en is werkzaam binnen de juridische wetgeving vanuit de Woningwet.
Continuïteit
Het eigen vermogen van de stichting per 31 december 2023 bedraagt € 2,5 miljard positief (2022: € 2,8 miljard positief), de operationele kasstroom in 2023 € 22,5 miljoen (2022: € 37,1 miljoen) en de totale kasstroom € 16,5 miljoen positief (2022: € 10,1 miljoen negatief). Financiering vindt plaats met kortlopende - en langlopende schulden, waaronder door banken en institutionele beleggers verstrekte geldleningen. Op basis van de communicatie met het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) verwachten wij dat de geborgde financiering zal worden gecontinueerd.
De Nationale Prestatieafspraken vergen veel van woningcorporaties en is sprake van toenemende onzekerheden in de vastgoedwaardering en de bouwkostenontwikkeling. De uitbreiding en de verduurzaming van het woningbezit wordt slechts gedeeltelijk gecompenseerd door het wegvallen van de verhuurderheffing.
De jaarrekening is opgesteld op basis van de continuïteitsveronderstelling. Per 31 december 2023 wordt voldaan aan de ratio-vereisten. De op 1 december 2023 door de Raad van Commissarissen goedgekeurde Meerjarenbegroting 2024-2028 laat zien dat we ook de komende vijf jaren aan de wettelijk gestelde continuïteitsratio's blijven voldoen.
Vestigingsadres, rechtsvorm en inschrijfnummer handelsregister
Lefier is een stichting, statutair gevestigd in de gemeente Midden-Groningen, kantoorhoudende te 9723 AB Groningen, Winschoterdiep 50. Lefier is ingeschreven bij het handelsregister onder nummer 02028826.
Groepsverhoudingen
Lefier functioneert als hoofd van een groep, met Lefier Holding B.V. (100%) als enige deelneming. Aangezien deze deelneming van te verwaarlozen betekenis is wordt geen geconsolideerde jaarrekening opgesteld.
Deelnemingen in groepsmaatschappijen worden gewaardeerd op de nettovermogenswaarde. Het gaat om de volgende deelnemingen:
| Deelneming | Waardering | Belang | Vestigingsplaats | KvK-nr |
|---|---|---|---|---|
| Lefier Holding B.V. | deelneming gewaardeerd op netto vermogenswaarde | 100,00% | Midden-Groningen | 02091641 |
| Woningnet N.V. | overige deelnemingen gewaardeerd op kostprijs | 0,02% | Utrecht | 30171204 |
Stelselwijzigingen
In de jaarrekening 2023 is geen sprake van een stelselwijziging.
Schattingswijzigingen
In het kader van de bepaling van de marktwaarde in verhuurde staat van het DAEB en niet-DAEB vastgoed in exploitatie zijn diverse schattingswijzigingen doorgevoerd in de parameters en berekeningsmethodieken die nader uiteen zijn gezet in paragraaf 9.5.5. Aangezien hierbij niet de berekeningsmethodiek wordt gewijzigd, maar enkel de invulling van een aantal van de parameters (de vrijheidsgraden) binnen deze methodiek, is deze wijziging te classificeren als een schattingswijziging. Gegeven de aard van de schattingswijziging kan niet worden bepaald welke invloed deze heeft op de komende jaren.
Presentatiewijzigingen
In de jaarrekening 2023 is een presentatiewijziging doorgevoerd inzake de te ontvangen vergoedingen van zonnepanelen. Deze dient onder de overige opbrengsten te worden verantwoord in plaats van onder de huuropbrengsten. De vergelijkende cijfers 2022 zijn hierop aangepast. De presentatiewijziging heeft geen invloed op het vermogen en het resultaat.
Oordelen en schattingen
Bij het opstellen van de jaarrekening maakt het bestuur diverse schattingen. Dit is inherent aan het toepassen van de geldende verslaggevingsstandaarden. In het bijzonder vormt het bestuur oordelen en schattingen bij de bepaling van de marktwaarde van het vastgoed in exploitatie. De waardebepaling van het vastgoed betreft de belangrijkste schattingspost waar het bestuur een inschatting over moet maken voor de jaarrekening van Stichting Lefier.
Vergelijking met voorgaand jaar
De vergelijkende cijfers zijn omwille van de vergelijkbaarheid aangepast. Deze aanpassing ziet toe op, de immateriële vaste activa, het vastgoed in exploitatie, de materiële vaste activa en de voorziening onrendabele investeringen.
- Dat cijfers voorgaand jaar van de materiële vaste activa zijn aangepast, omdat gedurende 2023 de software onder de immateriële vaste activa is gepresenteerd.
- Dat cijfers voorgaand jaar in het vastgoed in exploitatie en de voorziening onrendabele investeringen zijn aangepast als gevolg van presentatie na-investeringen in 2023, omwille van de vergelijkbaarheid zijn deze cijfers ook over 2022 aangepast.
Financiële instrumenten
Onder financiële instrumenten worden zowel primaire financiële instrumenten (zoals vorderingen en schulden), als afgeleide financiële instrumenten (derivaten) verstaan.
In de toelichting op de onderscheiden posten van de balans wordt de reële waarde van het desbetreffende instrument toegelicht als die afwijkt van de boekwaarde. Indien het financiële instrument niet in de balans is opgenomen wordt de informatie over de reële waarde gegeven in de toelichting op de ‘Niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen’.
Primaire financiële instrumenten
Voor de grondslagen van primaire financiële instrumenten wordt verwezen naar de behandeling per balanspost van de ‘Grondslagen voor de waardering van activa en passiva’.
Afgeleide financiële instrumenten (derivaten)
Financiële derivaten worden bij eerste verwerking tegen reële waarde opgenomen en vervolgens per balansdatum tegen de reële waarde geherwaardeerd. De winst of het verlies uit de herwaardering naar reële waarde per balansdatum wordt onmiddellijk in de winst-en-verliesrekening verwerkt. Indien financiële derivaten echter voor hedge-accounting in aanmerking komen en hedge-accounting wordt toegepast is de verwerking van deze winst of dit verlies afhankelijk van de aard van de afdekking.
Afscheiden embedded derivaten
In leningen besloten derivaten worden afgescheiden van het basiscontract (de lening) en afzonderlijk in de jaarrekening verwerkt conform de hiervoor beschreven grondslagen voor derivaten, indien wordt voldaan aan de volgende voorwaarden (RJ 290.827):
- er bestaat geen nauw verband tussen de economische kenmerken en risico’s van het in het contract besloten derivaat en de economische kenmerken en risico’s van het basiscontract;
- een afzonderlijk instrument met dezelfde voorwaarden als het in het contract besloten derivaat zou voldoen aan de definitie van een derivaat; en
- het samengestelde instrument wordt niet tegen reële waarde gewaardeerd met verwerking van waardeveranderingen in het resultaat.
In de praktijk is het afscheiden van in leningen besloten derivaten vooral afhankelijk van de eerstgenoemde voorwaarde, zijnde de afweging of de economische kenmerken en risico’s van het embedded derivaat en het basiscontract al dan niet nauw zijn verbonden.
Hedge-accounting
Lefier past hedge-accounting toe op basis van individuele documentatie per individuele hedgerelatie. Lefier documenteert de wijze waarop de hedge relaties passen in de doelstellingen van het risicobeheer, de hedge-strategie en de verwachting aangaande de effectiviteit van de hedge.
Kostprijshedge-accounting algemeen
Het effectieve deel van financiële derivaten die zijn toegewezen voor kostprijshedge-accounting, wordt tegen kostprijs gewaardeerd. Op iedere balansdatum wordt bepaald of er een indicatie is voor ineffectiviteit door de kritische kenmerken van het hedge-instrument te vergelijken met de kritische kenmerken van de afgedekte positie. In het geval dat de kritische kenmerken van het hedge-instrument en de kritische kenmerken van de afgedekte positie niet aan elkaar gelijk zijn, is dit een indicatie dat de kostprijshedge een ineffectief deel bevat. In dat geval wordt een kwantitatieve ineffectiviteitsmeting uitgevoerd door het vergelijken van de cumulatieve verandering van de reële waarde van het hedge-instrument met de cumulatieve verandering van de reële waarde van de afgedekte positie sinds het aanwijzen van de hedgerelatie. Ineffectiviteit wordt in de winst-en-verliesrekening verwerkt indien en voor zover uit de kwantitatieve ineffectiviteitsmeting (cumulatief) een verlies blijkt.
Indien de afgedekte positie van een verwachte toekomstige transactie tot de opname van een niet-financieel actief of een niet-financiële verplichting leidt, of indien een verwachte toekomstige transactie betreffende een niet-financieel actief of een niet-financiële verplichting een bindende overeenkomst wordt, worden de hiermee samenhangende winsten en verliezen die nog niet in de winst-en-verliesrekening opgenomen zijn, verwerkt in de eerste boekwaarde van het actief of de verplichting die ontstaat als de afgedekte toekomstige transactie plaatsvindt (de zogenoemde ‘basis-adjustment’).
Verbonden partijen
Als 'verbonden partij' worden alle rechtspersonen aangemerkt waarover overheersende zeggenschap, gezamenlijke zeggenschap of invloed van betekenis kan worden uitgeoefend. Ook rechtspersonen die overwegende zeggenschap kunnen uitoefenen worden aangemerkt als verbonden partij. Ook de statutaire directieleden, andere sleutelfunctionarissen in het management van Lefier en nauwe verwanten zijn verbonden partijen.
Transacties van betekenis met verbonden partijen worden toegelicht voor zover deze niet onder normale marktvoorwaarden zijn aangegaan. Hiervan wordt toegelicht de aard en de omvang van de transactie en andere informatie die nodig is voor het verschaffen van het inzicht.
Toelichting op het kasstroomoverzicht
Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de directe methode. De liquiditeitspositie in het kasstroomoverzicht bestaat uit de liquide middelen onder aftrek van bankkredieten. In het kasstroomoverzicht maken we onderscheid tussen operationele, investerings- en financieringsactiviteiten.
De kasstromen uit hoofde van de financiering zijn gesplitst in kasstromen met betrekking tot mutaties in de hoofdsom (opgenomen onder financieringsactiviteiten) en betaalde interest (opgenomen onder operationele activiteiten). De investeringen in materiële vaste activa nemen we op onder aftrek van de onder overige schulden voorkomende verplichtingen.
Ontvangsten en uitgaven uit hoofde van interest en winstbelastingen zijn opgenomen onder de kasstroom uit operationele activiteiten. Transacties waarbij geen instroom of uitstroom van kasmiddelen plaatsvindt, waaronder het afsluiten van financiële leasing, zijn niet in het kasstroomoverzicht opgenomen.
Effecten aardbevingsrisico op waardering
Lefier heeft woningen in een gebied waar aardbevingen optreden. Dit heeft in het verleden, nu en in de toekomst effect op onder meer de bedrijfsvoering en het vastgoed en de hieraan gerelateerde risico’s.
In dit hoofdstuk gaan wij in op de effecten van aardbevingen voor Lefier:
1. De risico’s en de beheersing daarvan;
2. De reeds ontstane schade en de afhandeling hiervan;
3. De waarde en waarderingseffecten op het vastgoed in exploitatie en vastgoed in ontwikkeling, en de activiteiten op het gebied van versterken en verduurzamen;
4. De gevolgen voor de jaarrekening.
1. Risico's en risicobeheersing
Door de ligging van het vastgoed wordt Lefier geconfronteerd met diverse belangrijke risico’s ten aanzien van de waardering van het vastgoed en de toekomstige bedrijfsvoering als gevolg van de aardbevingen.
De risico’s kunnen als volgt worden geduid:
Vastgoed
Afnemende (leeg)waarde van het bezit en het risico op verdere waardedaling en/of vertraagde verkopen door verandering van het sentiment in de markt ten aanzien van de bewoonbaarheid van de omgeving (waardeschade). Dit in aanvulling op de demografische ontwikkelingen in de regio (indirecte waardeschade);
- Risico op de lagere kasstroom door leegstand vanwege onverhuurbaarheid en/of afnemende vraag en/of (bijvoorbeeld door onzekerheid over versterking) vertraagde oplevering van nieuwbouwprojecten en daardoor latere start van huurinkomsten (exploitatieschade);
- Risico van directe fysieke schade aan het vastgoed (herstelschade);
- Risico van verplichtingen tot versterking van het bezit om deze aardbevingsbestendig te maken, dit in lijn met de Nederlandse Praktijk Richtlijn voor Aardbevingsbestendig bouwen (versterkingsschade), in bepaalde gevallen heeft dit tot gevolg dat woningen moeten worden gesloopt en nieuw gebouwd;
- Risico van hogere bouwkosten voor nieuwbouwprojecten waar geen extra baten tegen over staan omdat deze aardbevingsbestendig moeten worden gebouwd (bouwschade).
Bedrijfsvoering
- Risico van extra kosten door verhoogde aandacht/extra te leveren inspanningen voor de exploitatie van het vastgoed en/of in de contacten met huurders, belanghebbenden, overhead en projectontwikkeling;
- Risico van aansprakelijkheid voor schade/kosten bij optreden van persoonlijke ongelukken bij huurders als gevolg van aardbevingen en/of het verliezen van de huurwoningen;
- Risico van kosten als gevolg van inspanningen om schade te beperken of moeten voorzien in noodvoorzieningen zowel in de bedrijfsvoering als in de huisvesting van huurders;
- Risico van extra financieringskosten doordat reparatie van schades c.q. inspanningen om schades te behandelen en/of te beperken eerder gemaakt moeten worden dan vergoeding (huuropbrengsten en/of externe financiering) wordt ontvangen
De Autoriteit volgt de ontwikkelingen in het aardbevingsgebied. Lefier informeert over de gevolgen voor haar portefeuilleplan. De exploitanten van het gaswinningsgebied zijn wettelijk verplicht de schade en de kosten van het voorkomen van schade als gevolg van gaswinning te vergoeden (artikel 6:177 lid 1 en lid 4 BW, artikel 6:174 BW lid 3 BW, 6:184 BW en/of 6:162 BW in combinatie met artikel 6:96 lid 1 en lid 2 onder a en b BW).
In 2020 is de Tijdelijke wet Groningen in werking getreden en daarbij is het Instituut Mijnbouwschade Groningen (IMG) in 2021 gestart met de uitvoering van deze wet. Lefier gaat er dan ook vanuit dat alle vormen van schade als gevolg van de aardbevingen volledig vergoed worden door de NAM ofwel door het IMG. In het voorjaar van 2023 is het rapport verschenen van de Parlementaire enquêtecommissie. Het rapport genaamd “Groningers boven gas” is duidelijk: de belangen van de Groningers zijn structureel genegeerd.
2. Vastgoedbezit in aardbevingsgebied
| Aardbevingsgebied (x € 100.000) | Aantal woningen | marktwaarde | WOZ waarde |
|---|---|---|---|
| Gemeente Midden Groningen | 4.471 | 508 | 565 |
| Gemeente Groningen | 9.744 | 1.374 | 1.455 |
Vastgoedeigenaren in de provincie Groningen, in het bijzonder Oost Groningen en in gedeelten van de stad Groningen worden geconfronteerd met schade aan het vastgoed als gevolg van aardbevingen veroorzaakt door de gaswinning door de NAM.
3. Schade aan onroerend goed
A. Herstelschade
Er is een schadeprocedure voor het afhandelen van fysieke schade aan het vastgoed. Herstel- en versterkingsschade werden door Lefier zelf afgehandeld en Lefier krijgt hiervoor een marktconforme vergoeding van het IMG.
Het aantal schademeldingen is als volgt:
| Meerjarig overzicht schademeldingen | 2023 | 2022 | 2021 | 2020 | 2019 |
|---|---|---|---|---|---|
| aantal schademeldingen | 1.982 | 766 | 1.315 | 1.243 | 694 |
| - waarvan geaccepteerd | 429 | 338 | 917 | 1.060 | 479 |
| - waarvan niet in behandeling/geen schade | 40 | 31 | 177 | - | - |
| - nog in behandeling/te behandelen | 1.513 | 397 | 221 | 183 | 215 |
| ontvangen vergoeding (x €1.000) | 3.326 | 4.109 | 9.844 | 8.447 | 3.177 |
B. Effecten van aardbevingen op de waarde en waardering van woningen (waardeschade)
Aardbevingen en het risico daarop hebben een effect op de waarde van het Lefier bezit en daarmee de vastgoedwaardering van Lefier (waardedalingsschade). Dit effect werkt door op de waardering in de jaarrekening en raakt zowel de marktwaarde in verhuurde staat als de beleidswaarde.
Het effect van aardbevingen op de marktwaarde is onderdeel van de vastgoedwaardering op basis van marktwaarde in verhuurde staat zoals deze is opgenomen in de balans van Lefier. Hierbij zijn zowel de verwachte kasstromen als de gehanteerde parameters met de bestaande kennis ingeschat. Gezien de aard van de problematiek geldt hier een meer dan normale onzekerheid ten aanzien van de inschattingen bij de parameters zoals opgenomen in de vastgoedwaardering.
Voor de gehanteerde uitgangspunten wordt verwezen naar toelichting par. 5.4 (waarderingsgrondslagen) en par. 8.2 (toelichting op de balans) zoals opgenomen in de toelichting op de jaarrekening. Het effect van afnemende verhuurbaarheid in de toekomst c.q. dalende restwaarde aan einde levensduur door aardbevingsschade is op dit moment onbekend en daarmee niet in de waardering begrepen.
C. Versterken, verduurzamen en eisen nieuwbouw (versterkingsschade / bouwschade)
Lefier heeft woningen in het aardbevingsgebied die hersteld en verstevigd moeten worden. Het gaat met name om woningen in de gemeente Midden-Groningen, en dan vooral in Slochteren, Schildwolde, Steendam, Tjuchem, Siddeburen en Hoogezand. In deze dorpen staan woningen van Lefier met een (licht) verhoogd risico. De werkzaamheden worden uitgevoerd volgens het bestuursakkoord uit 2020. Aan deze afspraken zijn tevens diverse geldstromen gekoppeld in de vorm van rechtstreekse uitkering van bedragen dan wel in de vorm van (veelal woning-gebonden) subsidies. Ook Lefier valt onder de regelingen die zijn vastgelegd in het Bestuursakkoord. Aan de hand van versterkingsadviezen heeft Lefier de mogelijkheid om deze subsidies aan te vragen en in te zetten voor verduurzamings-/verbeterwerkzaamheden aan de woningen.
Batch 1581
Voor de 104 woningen van Lefier die vallen in de Batch 1581 (de groep van 1.581 woningen die vanuit het oude versterkingsprogramma van de NCG al geïnspecteerd zijn, inclusief versterkingsadviezen) is een besluit genomen over de aanpak. Alles is erop gericht om in ieder geval 76 woningen middels sloop/nieuwbouw te vervangen voor nieuwe, energiezuinige woningen. De planvorming en voorbereidingen hiervoor zijn in volle gang, maar vergt tijd en maatwerk. Dit houdt mede verband met tijdelijke huisvesting en “versnipperd bezit”, waardoor we ook gesprekken voeren met particuliere eigenaren. Het project zal het nodige vergen van de bewoners in het gebied.
Subsidieregeling woningcorporaties aardbevingsgebied Groningen
Sinds 10 juli 2021 is de subsidieregeling woningcorporaties aardbevingsgebied Groningen van kracht. Deze regeling voorziet in de mogelijkheid voor woningcorporaties om subsidie aan te vragen voor tegemoetkoming van hun huurders en voor verduurzaming, onderhoud en verbetering van hun bezit in het aardbevingsgebied. Van het totaal beschikbare bedrag ad € 135 miljoen, heeft Lefier € 29,5 miljoen toegezegd gekregen. In 2022 heeft Lefier hiervan € 19,8 miljoen ontvangen. Het overige heeft Lefier in het voorjaar van 2023 ontvangen. In het najaar van 2021 heeft Lefier haar huurders (bijna 6.000) in het aardbevingsgebied conform de regeling € 750 (totaal circa € 4,4 miljoen) tegemoetkoming uitbetaald. Het resterende bedrag (€ 25,1 miljoen) aan subsidie is inmiddels volledig gelabeld aan investeringsprojecten (afronding voorjaar 2024) in de gemeente Midden-Groningen en de meest oostelijke wijken van de Stad Groningen .
D. Overheadkosten
Naast kosten verbonden aan schades maakt Lefier ook andere kosten verbonden aan aardbevingen. Dit betreft met name in- en externe overleguren en kosten van adviseurs. In 2018 hebben de gezamenlijke corporaties in het aardbevingsgebied een akkoord bereikt met het Ministerie van BZK over de vergoeding van overheadkosten voor de periode 2014-2020. Voor de periode vanaf 2021 zijn nieuwe afspraken gemaakt met het Ministerie van BZK (vanaf 2023 Ministerie van EZK) voor maximaal € 350.000 gezamenlijk aan overheadkosten. Deze vergoeding dekt niet alle kosten. De corporaties hebben besloten vanuit de subsidieverlening allereerst de in het kader van de bevingsproblematiek voor het collectief gemaakte externe kosten te vergoeden aan de individuele Groningse corporaties.
4. Gevolgen voor de jaarrekening
Als gevolg van bovenstaande omstandigheden bestaan in beperkte mate onzekerheden ten aanzien van de vastgoedwaardering per 31 december 2023. Gezien de status van de inventarisatie van de technische en economische schade aan het vastgoed, het ontbreken van voldoende referentie-transacties (zeker bij complexgewijze verkopen die de basis vormen voor een marktwaarde waardering) en de lopende gesprekken met de Nationaal Coördinator Groningen, Dialoog-tafel, het Groninger Gasberaad, de NAM en het Ministere van Economische Zaken zijn de financiële consequenties hiervan vooralsnog niet op voldoende betrouwbare wijze te bepalen.
Gescheiden verantwoording DAEB / niet-DAEB
Stichting Lefier heeft de gescheiden verantwoording DAEB/ niet-DAEB opgenomen in de toelichting op de jaarrekening. De niet-DAEB activiteiten van stichting Lefier zien toe op:
- Het verhuren van woningen die tot de niet-DAEB tak behoren; zijnde vrije sector huurwoningen met een huurprijs boven de liberalisatiegrens, met als doel het behaalde rendement bij te laten dragen in het realiseren van de portefeuille strategie van de DAEB tak.
- Het verhuren van bedrijfs onroerend goed (BOG); zijnde winkels en kantoren.
- Het verhuren van parkeergelegenheden.
- Grondposities die binnen een termijn van 5 jaren geen bestemming sociale woningbouw hebben.
Om tot een gescheiden balans, winst- en verliesrekening en kasstroomoverzichten te komen, worden een aantal uitgangspunten gehanteerd. Een aantal toe te rekenen posten worden in overeenstemming met het goedgekeurde scheidingsvoorstel volledig aan de DAEB-, dan wel aan de niet-DAEB activiteiten toegerekend. Voor andere niet direct toe te rekenen posten in de gescheiden balans, winst- en verliesrekening en kasstroomoverzichten wordt uitgegaan van een aantal veronderstellingen. De belangrijkste veronderstellingen zijn onderstaand nader toegelicht:
1. Directe scheiding op VHE-niveau
| Balans | Winst-en-verliesrekening | Kasstromen |
|---|---|---|
| vastgoedbeleggingen | huuropbrengsten | huurontvangsten |
| voorraden | opbrengsten servicecontracten | vergoedingen |
| verkocht onder voorwaarden | verkoopopbrengsten en -lasten | (des)investeringen |
| debiteuren | overige waardeveranderingen | verkopen |
| latente belastingen | niet- gerealiseerde waardeveranderingen | verhuurderheffing |
| voorziening onrendabele investeringen | verhuurderheffing | - |
| - | vennootschapsbelasting | - |
2. Gescheiden op basis van borging achterliggende financiering of aard activiteit
| Balans | Winst-en-verliesrekening | Kasstromen |
|---|---|---|
| materiële vaste activa ten dienste van exploitatie | afschrijvingen | renteontvangsten |
| schulden/leningen overheid | financiële baten - en lasten | renteuitgaven |
| schulden/leningen kredietinstellingen | leefbaarheid | financieringskasstromen |
| interne lening | - | leefbaarheid |
| derivaten | - | - |
| deelnemingen | - | - |
3. Toerekening op complexniveau en gescheiden op basis van relatieve verdeling eenheden in complex
| Balans | Winst-en-verliesrekening | Kasstromen |
|---|---|---|
| overige vorderingen | lasten servicecontracten | lasten servicecontracten |
| overige schulden | lasten onderhoudsactiviteiten | personeelskosten |
| crediteuren | overige directe exploitatielasten | lasten onderhoudsactiviteiten |
| overige voorzieningen | - | overige directe exploitatielasten |
| belastingen en premies sociale verzekeringen | - | - |