9.7. Financiële instrumenten en risicobeheersing
Binnen het treasurybeleid van Lefier dient het gebruik van afgeleide financiële instrumenten (‘derivaten’) ter beperking van inherente financiële risico's. Op grond van het vigerende interne treasurystatuut is het gebruik van derivaten slechts toegestaan voor zover er een materieel verband met de financieringspositie of het belegde vermogen kan worden gelegd. Derivaten mogen niet worden gebruikt voor het innemen van een speculatieve positie.
Voor derivaten aangegaan na 1 augustus 2013 geldt dat Lefier zich volgens haar treasurystatuut onverkort houdt aan artikel 103-108 van het Besluit toegelaten instellingen volkshuisvesting.
Prijsrisico
Lefier loopt geen prijsrisico meer ten aanzien van de waardeontwikkeling van de mandatory breaks in de derivaten van BNP Paribas omdat deze derivaten zijn beëindigd.
Valutarisico
Lefier loopt geen valuta risico, alle inkomende en uitgaande kasstromen zijn in euro’s. Ook met betrekking tot financiële instrumenten loopt Lefier geen valutarisico’s.
Renterisico
Lefier loopt renterisico over de rentedragende langlopende en kortlopende schulden. Voor schulden met variabele renteafspraken loopt Lefier risico ten aanzien van toekomstige kasstromen, met betrekking tot vastrentende schulden loopt Lefier risico’s over de marktwaarde.
Kredietrisico
Lefier heeft geen significante concentraties van kredietrisico. Lefier maakt gebruik van meerdere banken teneinde over meerdere kredietfaciliteiten te kunnen beschikken. Voor zover noodzakelijk worden andere zekerheden verstrekt aan de bank voor beschikbare kredietfaciliteiten.
Liquiditeitsrisico
Relevante indicatoren voor het liquiditeitsrisico dat Lefier loopt per balansdatum zijn als volgt:
Liquiditeitsrisico indicatoren
(bedragen x EUR 1.000)
| 31-12-2023 | 31-12-2022 | |
|---|---|---|
| geborgde én gestorte leningen | 996.626 | 937.989 |
| ongeborgde én gestorte leningen | 0 | 936 |
| totaal gestorte leningen | 996.626 | 938.925 |
| ruimte in geborgde leningen met variabele hoofdsom (a) | 8.000 | 8.000 |
| totaal geborgde leningen | 1.004.626 | 945.989 |
| borgingsplafond WSW | 1.060.186 | 962.487 |
| nog niet benutte borgingsruimte (b) | 55.560 | 16.498 |
| benutting kredietfaciliteit | 0 | 7.048 |
| nog niet benutte faciliteit (c) | 20.000 | 12.952 |
| beschikbare liquiditeitsbronnen (a) + (b) + (c) | 83.560 | 37.450 |
| geborgde en ongeborgde leningen | 1.004.626 | 946.925 |
In totaliteit is er per balansdatum circa € 83,6 miljoen aan liquiditeitsbronnen beschikbaar. Voor 2023 bedraagt het plafond € 1.060,2 miljoen. De geborgde leningenportefeuille bedraagt per 31 december 2023 € 1.004,6 miljoen (inclusief ruimte in lening met variabele hoofdsom). De liquiditeitsratio voor de ICR is 1,82. De LTV komt uit 54,8%.
Lefier maakt gebruik van meerdere banken om over meerdere kredietfaciliteiten te kunnen beschikken. Voor zover noodzakelijk, worden nadere zekerheden verstrekt aan de bank voor beschikbare kredietfaciliteiten. De waardering van afgeleide financiële instrumenten (‘derivaten’) is afhankelijk van het feit of het onderliggende van het derivaat beursgenoteerd is of niet. Indien het onderliggende beursgenoteerd is, dan wordt het derivaat tegen actuele waarde opgenomen. Indien het onderliggende niet-beursgenoteerd is, wordt het derivaat tegen geamortiseerde kostprijs opgenomen. De wijze van verwerking van waardeveranderingen van het afgeleide financieel instrument is afhankelijk van of er met het afgeleide financiële instrument hedge accounting wordt toegepast of niet.
Lefier past kostprijshedge-accounting toe op de ingezette rente swap. Op basis van de vigerende regelgeving is per balansdatum sprake van een effectieve hedge. Voor de rente swap geldt dat de omvang, de looptijd, het afgedekte risico en de wijze van afrekening van de rente swap gelijk zijn aan de afgedekte positie, waarmee sprake is van een effectieve hedge.
De toepassing van de aangepaste Richtlijn 290 Financiële instrumenten is vanaf de jaarrekening 2014 overeenkomstig de voorschriften gehanteerd. Bij het toepassen van kostprijs hedge-accounting is de eerste waardering en de grondslag van verwerking in de balans en de resultaatbepaling van het hedge-instrument afhankelijk van de afgedekte post.
Voor een nadere toelichting op de door Lefier afgesloten derivatentransacties met bijhorende effecten op de marktwaarde en liquiditeitsrisico’s wordt verwezen naar paragraaf 9.8.10. Lefier heeft geen direct liquiditeitsrisico uit hoofde van dit derivaat omdat er geen tussentijdse bijstortingsverplichtingen zijn overeengekomen met de banken.
Dit betekent het volgende:
- Indien de afgedekte post tegen kostprijs in de balans wordt verwerkt, wordt ook het derivaat tegen kostprijs gewaardeerd.
- Zolang de afgedekte post in de kostprijshedge nog niet in de balans verwerkt wordt, wordt het hedge-instrument niet geherwaardeerd. Het ineffectieve deel van de hedgerelatie wordt direct in de winst- en verliesrekening verwerkt onder de post financiële baten en lasten
- Lefier past kostprijshedge-accounting toe voor de renteswaps die ervoor zorgen dat bepaalde variabel-rentende schulden worden omgezet in vastrentende leningen. Het ineffectieve deel van de waardeverandering van de renteswaps wordt verantwoord in de winst- en verliesrekening onder de post financiële baten en lasten. In het huidige boekjaar heeft dit niet tot een resultaat geleid.
Beschikbaarheidsrisico
Lefier voldoet in de meerjarenplanning aan de financiële kengetallen zoals deze door toezichthouders en ander financiële stakeholders worden gehanteerd. Doordat Lefier minder afhankelijk wil zijn van een beperkt aantal financiers is Lefier doorlopend op zoek naar andere bronnen voor lange termijn financiering. Lefier hanteert het eigen middelen beleid van het Waarborgfonds voor de Sociale Woningbouw. Lefier heeft daardoor de mogelijkheid om niet-DAEB investeringen en aflossingen van niet-DAEB leningen te financieren uit de positieve operationele kasstroom en de aanzienlijke kasstromen verkopen uit bestaand bezit. Over 2023 is om deze reden geen extra niet-DAEB financiering aangetrokken. Voor de beschikbaarheid van financiering is de organisatie sterk afhankelijk van het blijvend functioneren van het borgingsstelsel via het Waarborgfonds Sociale Woningbouw.
Reële waarde van financiële instrumenten
De reële waarde is het bedrag waarvoor een actief kan worden verhandeld of een passief kan worden afgewikkeld tussen ter zake goed geïnformeerde partijen, die tot een transactie bereid en onafhankelijk van elkaar zijn. Indien niet direct een betrouwbare reële waarde is aan te wijzen, wordt de reële waarde benaderd door deze af te leiden uit de reële waarde van bestanddelen of van een soortgelijk financieel instrument, of met behulp van waarderingsmodellen en waarderingstechnieken. Hierbij wordt gebruikgemaakt van recente gelijksoortige ‘at arm’s length’-transacties, en van netto contante waarde methodes waarbij rekening wordt gehouden met specifieke omstandigheden.