9.8. Toelichting op balans per 31 december 2023
9.8.1 Immateriële vaste activa
Met ingang van dit boekjaar worden de ICT-investeringen inzake software verantwoord onder de immateriële vaste activa in plaats van onder de materiële vaste activa, zie paragraaf 9.8.4. De vergelijkende cijfers zijn hierop aangepast.
Dit boekjaar hebben we vooral geïnvesteerd in ons nieuwe primaire systeem. In het programma, genaamd Ons Nieuwe Fundament, zijn ook onze werkprocessen uitgewerkt, vastgelegd en is een start gemaakt om deze processen te optimaliseren. Hiermee hebben we een nieuw solide fundament gelegd onder onze bedrijfsvoering.
Het verloop van de immateriële vaste activa is hierna opgenomen:
| 31-12-2023 | 12-31-2022 | |
|---|---|---|
| 1 januari 2023 | ||
| cumulatieve verkrijgings- of vervaardigingsprijs | 17.968 | 17.337 |
| cumulatieve waardeveranderingen en afschrijvingen | -14.925 | -13.138 |
| boekwaarde per 1 januari 2023 | 3.044 | 4.199 |
| mutaties 2023 | ||
| investeringen | 3.573 | 632 |
| desinvesteringen | 0 | 0 |
| afschrijvingen | -1.508 | -1.787 |
| overige waardeverminderingen en terugnemingen daarvan | 0 | 0 |
| totaal mutaties 2023 | 2.065 | -1.155 |
| 31 december 2023 | ||
| cumulatieve verkrijgings- of vervaardigingsprijs | 21.542 | 17.969 |
| cumulatieve waardeveranderingen en afschrijvingen | -16.433 | -14.925 |
| boekwaarde per 31 december 2023 | 5.109 | 3.044 |
9.8.2 Vastgoedbeleggingen
In de posten DAEB en niet-DAEB vastgoed in exploitatie zijn 28.548 woningen, 3.520 parkeervoorzieningen (garages en parkeerplaatsen) en 1.703 overige eenheden (BOG, MOG en Intramuraal) opgenomen. In 2023 is de marktwaarde van de totale vastgoedportefeuille (inclusief voorraadmutaties) met 5,0% gedaald. De waarde zonder voorraadmutaties is met 3,8% gedaald. terwijl de waardeontwikkeling in 2022 nagenoeg nihil was.
Een overzicht van het vastgoed in exploitatie is hierna opgenomen:
Bedragen x € 1.000
| DAEB vastgoed in exploitatie | Niet-DAEB vastgoed in exploitatie | Totaal | |
|---|---|---|---|
| 1 januari 2023 | |||
| cumulatieve verkrijgings- of vervaardigingsprijs | 1.137.518 | 165.081 | 1.302.599 |
| cumulatieve herwaarderingen | 2.318.814 | 174.110 | 2.492.924 |
| cumulatieve bijzondere waardeverminderingen | -19.444 | -5.002 | -24.446 |
| boekwaarde per 1 januari 2023 | 3.436.889 | 334.189 | 3.771.078 |
| mutaties 2023 | |||
| investeringen - oplevering nieuwbouw | 16.972 | 80 | 17.052 |
| investeringen - aankopen | 666 | 0 | 666 |
| investeringen - overig | 11.793 | 692 | 12.485 |
| investeringen - woningverbetering | 74.396 | 0 | 74.396 |
| desinvesteringen - verkoop | -11.739 | -2.150 | -13.889 |
| desinvesteringen - sloop overboekingen naar vastgoed in ontwikkeling | -6.030 | 0 | -6.030 |
| overboeking - onrendabele top opgeleverde projecten | -36.591 | 0 | -36.591 |
| overboeking - reclassificatie vanuit voorzieningen | 4.113 | 0 | 4.113 |
| overboeking - naar winst- en verliesrekening | -1.340 | 0 | -1.340 |
| subsidies | -15.167 | 0 | -15.167 |
| afwaarderingen | 0 | -364 | -364 |
| herwaardering | -189.455 | -23.092 | -212.547 |
| totaal mutaties 2023 | -152.382 | -24.834 | -177.216 |
| 31 december 2023 | |||
| cumulatieve verkrijgings- of vervaardigingsprijs | 1.174.591 | 163.704 | 1.338.295 |
| cumulatieve herwaarderingen | 2.129.359 | 151.018 | 2.280.377 |
| Cumulatieve bijzondere waardeverminderingen | -19.444 | -5.367 | -24.811 |
| boekwaarde per 31 december 2023 | 3.284.506 | 309.355 | 3.593.861 |
Marktwaarde in verhuurde staat
De marktwaarde per deelportefeuille ziet er als volgt uit:
Bedragen x € 1.000
| 31-12-2023 | 31-12-2022 | |
|---|---|---|
| woningportefeuille | 3.398.210 | 3.565.085 |
| bedrijfsmatig en maatschappelijk | 167.320 | 175.048 |
| parkeren | 28.331 | 30.945 |
| Totaal | 3.593.861 | 3.771.078 |
Het verloop van de marktwaarde van de woningportefeuille (exclusief parkeren en BOG) wordt in onderstaande tabel uiteengezet per gemeente:
Bedragen x € 1.000
| Gemeente | 31-12-2022 | Voorraad mutaties | WHB voor- geschreven | Disconterings- voet | Leegwaarde | Overige vrijheids- graden | 31-12-2023 |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Borger-Odoorn | 140.228 | -684 | -2.824 | -6.460 | 8.898 | 1.655 | 140.813 |
| Emmen | 1.125.386 | -17.292 | -23.601 | -40.013 | 12.411 | 5.372 | 1.062.263 |
| Groningen | 1.359.824 | 6.197 | -28.909 | -53.134 | -8.557 | 3.463 | 1.278.884 |
| Midden-Groningen | 503.609 | -3.982 | -12.936 | -11.422 | 19.011 | -1.334 | 492.946 |
| Stadskanaal | 436.038 | -13.400 | -10.196 | -12.848 | 20.979 | 2.731 | 423.304 |
| Totaal | 3.565.085 | -29.161 | -78.466 | -123.877 | 52.742 | 11.887 | 3.398.210 |
De geschatte waarde gebaseerd op de meest recente WOZ beschikkingen van alle eenheden bedraagt € 4.855 miljoen.
Verwacht effect validatie NEN-2580 op marktwaarde - zelfstandige woningen
Op basis van de effecten van de 19.591 gevalideerde NEN2580-rapporten (toename 41.130 m²) die zijn verwerkt in de marktwaardering is een inschatting gemaakt van de impact van het nog te valideren deel, dit is gedaan op grond van de gemiddelde mutaties per gemeente. We verwachten van de 6.732 nog te valideren eenheden een toename van 13.039 m². Kijkend naar de gemiddelde waarde per vierkante meter per gemeente schatten we een positief effect van € 21,9 miljoen in op de marktwaarde. Voorzichtigheidshalve is dit positieve effect niet meegenomen in de marktwaardering maar verwerken we dit in de toelichting.
De 19.591 gevalideerde eenheden kenden in 2022 een marktwaarde van € 2.507 miljoen en dit jaar een waarde van € 2.436 miljoen. Dit is een waardedaling van € 71 miljoen (-3%). Dit verschil kan worden verklaard door een hoeveelheidverschil (toename m²) en een prijsverschil (markteffect). De additionele meters uit de gevalideerde rapporten (gemiddeld 2,1 m² per eenheid (3%) zorgen voor een toename van de marktwaarde van € 68 miljoen. De resterende € 139 miljoen negatief wordt veroorzaakt door het markteffect, wat overeenkomt met -5,6%.
Potentiële impact asbest op de marktwaarde
De aanwezigheid van asbest heeft effect op de waardering, echter is de omvang van de potentiele impact niet inzichtelijk voor ons gehele bezit. De sanering van asbest nemen we pas in het uit te voeren onderhoud op, zodra bekend is/wordt dat er asbest aanwezig is. Er is voorgesteld om in 2024 een centraal asbestinformatieststeem te implementeren met als doel om de aanwezigheid van asbest te registreren indien de aanwezigheid van asbest wordt geconstateerd. Het systeem heeft overigens uitsluitend een registratiefunctie.
Sensitiviteitsanalyse marktwaarde:
Bedragen x € 1.000
| Parameter | gehanteerd in marktwaarde 31/12/2023 | effect wijziging parameter | effect op marktwaarde (€) | effect op marktwaarde % |
|---|---|---|---|---|
| disconteringsvoet | 6,65% | plus 0,5% | -133.694 | -3,9% |
| minus 0,5% | 142.560 | 4,1% | ||
| gemiddelde markthuur | 784 | plus € 50 | 28.010 | 0,8% |
| minus € 50 | -42.771 | -1,2% | ||
| mutatiegraad | 10,69% | plus 1% | 76.023 | 2,2% |
| minus 1% | -84.273 | -2,4% | ||
| leegwaarde | 188.227 | plus 1% | 16.275 | 0,5% |
| minus 1% | -16.251 | -0,5% |
Ratio's marktwaarde in verhuurde staat:
| woningenportefeuille | 2023 | 2022 | 2021 | 2020 | 2019 |
|---|---|---|---|---|---|
| marktwaarde / m² (in € 1) | 1.545 | 1.634 | 1.641 | 1.376 | 1.261 |
| marktwaarde / leegwaarde | 64,23% | 68,77% | 70,69% | 74,56% | 74,36% |
| huur (THI) / Leegwaarde | 3,32% | 3,39% | 3,37% | 4,21% | 4,41% |
| kapitalisatiefactor (kk) | 19,3 | 20,3 | 21,0 | 17,7 | 16,8 |
Beleidswaarde
De beleidswaarde van het vastgoed in exploitatie is gebaseerd op de methodiek zoals opgenomen in het Handboek en bedraagt per 31 december 2023 € 1.819 miljoen (2022: € 2.043 miljoen)
De beleidswaarde per deelportefeuille ziet er als volgt uit:
Bedragen x € 1.000
| 31-12-2023 | 31-12-2022 | |
|---|---|---|
| Woningen | 1.623.696 | 1.837.498 |
| Parkeren | 28.332 | 30.945 |
| BOG | 167.320 | 175.048 |
| Totaal | 1.819.348 | 2.043.491 |
Het verschil tussen de marktwaarde en de beleidswaarde ultimo 2023 bestaat uit de volgende onderdelen:
Bedragen x € 1.000
| DAEB vastgoed in exploitatie 2023 | Niet-DAEB vastgoed in exploitatie 2023 | DAEB vastgoed in exploitatie 2022 | Niet-DAEB vastgoed in exploitatie 2022 | |
|---|---|---|---|---|
| marktwaarde per 31 december | 3.284.506 | 309.355 | 3.436.888 | 334.189 |
| aanpassing naar beleid doorexploiteren | -115.760 | -31.302 | 177.582 | -15.596 |
| aanpassing naar beleidshuur | -849.779 | -13.299 | -1.123.504 | -17.555 |
| aanpassing naar beleidsnorm onderhoud | -491.626 | -27.791 | -533.761 | -27.832 |
| aanpassing naar beleidsnorm beheer | -227.661 | -17.295 | -172.869 | -14.052 |
| totaal aanpassingen | -1.684.826 | -89.687 | -1.652.552 | -75.035 |
| beleidswaarde per 31 december | 1.599.680 | 219.668 | 1.784.336 | 259.154 |
In onderstaande tabel wordt aangegeven welk effect een positieve- of negatieve aanpassing van de uitgangspunten heeft op de beleidswaarde.
Sensitiviteitsanalyse
Bedragen x € 1.000
| Parameter | wijziging parameter | effect wijziging parameter | effect op beleidswaarde % |
|---|---|---|---|
| disconteringsvoet | plus 0,5% | -144.296 | -7,6% |
| min 0,5% | 168.148 | 8,8% | |
| beleidshuur | plus € 50 | 247.206 | 13,0% |
| min € 50 | -278.760 | -14,6% | |
| mutatiegraad | plus 1,0% | 11.443 | 0,6% |
| min 1,0% | -14.136 | -0,7% | |
| onderhoudsnorm | plus € 100 | -81.016 | -4,2% |
| min € 100 | 81.016 | 4,2% | |
| beheernorm | plus € 100 | -81.016 | -4,2% |
| min € 100 | 81.016 | 4,2% |
Verzekering & zekerheden
De vastgoedbeleggingen zijn verzekerd tegen verkrijgingsprijzen c.q. voortbrengingskosten. Jaarlijks wordt de verzekerde waarde van de wooneenheden aangepast aan het indexcijfer voor nieuwbouwwoningen zoals dit door het CBS wordt berekend. Lefier betaalt hiervoor jaarlijks een vast bedrag (jaarlijks geïndexeerd) per eenheid. Het overig bezit (niet woningen) is verzekerd tegen herbouwwaarde.
Lefier heeft het WSW gevolmachtigd om, in voorkomende gevallen, een hypotheek te vestigen op het gehele bezit. Van deze volmacht heeft het WSW gedurende het verslagjaar geen gebruik gemaakt.
9.8.3 Overige vastgoedbeleggingen
Bedragen x € 1.000
| onroerende zaken verkocht onder voorwaarden | vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie | |
|---|---|---|
| 1 januari 2023 | ||
| cumulatieve verkrijgings- of vervaardigingsprijs | 18.783 | 25.597 |
| cumulatieve herwaarderingen | 0 | 0 |
| cumulatieve afschrijvingen en (bijzondere) waardeverminderingen | 0 | -16.126 |
| boekwaarde 1 januari 2023 | 18.783 | 9.471 |
| mutaties | ||
| investeringen | 0 | 24.156 |
| desinvesteringen | 0 | -305 |
| herwaardering | 979 | -2 |
| waardeverminderingen | 0 | -12.236 |
| terugneming van waardeverminderingen | 0 | 3.090 |
| overboekingen naar vastgoed in exploitatie | -178 | -16.972 |
| overboekingen sloop van vastgoed in exploitatie | 0 | 7.315 |
| overboekingen vanuit voorraad bestemd voor verkoop | 0 | 503 |
| reclassificatie vanuit voorzieningen | 0 | 10.136 |
| nog te ontvangen facturen opgenomen onder overlopende passiva | 0 | 179 |
| overboekingen naar winst- en verliesrekening | 0 | 8 |
| geactiveerde rente | 0 | 1.181 |
| subsidies | 0 | -18.011 |
| totaal mutaties | 801 | -958 |
| 31 december | ||
| cumulatieve verkrijgings- of vervaardigingsprijs | 18.605 | 33.786 |
| cumulatieve herwaarderingen | 980 | -2 |
| cumulatieve afschrijvingen en (bijzondere) waardeverminderingen | 0 | -25.272 |
| boekwaarde 31 december 2023 | 19.584 | 8.513 |
Van de post "overboekingen naar vastgoed in exploitatie" (-/- € 17 miljoen) is het rendabele deel van -/- € 13 miljoen op de balans opgenomen onder vastgoedbeleggingen.
Zie verloopoverzicht 9.8.1:
- investeringen - nieuwbouw € 16.972
- De ORT van € 4 miljoen zit in het saldo van "overboeking - onrendabele top opgeleverde projecten"
In de post Onroerende zaken verkocht onder voorwaarden zijn in totaal 88 verhuureenheden opgenomen (2022: 89 eenheden). Hiervan zijn 88 verhuureenheden (2022: 89 eenheden) verkocht met een terugkoopplicht. Gebruik wordt gemaakt van contractvormen die de goedkeuring van de Minister hebben.
Het grootste deel van de contracten is gebaseerd op het “Koopgarant” principe waarbij sprake is van verleende kortingen op de marktwaarde tussen 0% en 25%.
9.8.4 Materiële vaste activa
Onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie
De mutaties in de materiële vaste activa ten dienste van de exploitatie zijn in het navolgende schema samengevat:
Bedragen x € 1.000
| Bedrijfsgebouwen en terreinen | Vervoersmiddelen | Andere vaste bedrijfsmiddelen | Totaal | |
|---|---|---|---|---|
| 1 januari 2023 | ||||
| verkrijgingsprijzen | 14.972 | 2.443 | 4.027 | 21.442 |
| cumulatieve waardeverminderingen en afschrijvingen | -6.112 | -1.543 | -2.702 | -10.357 |
| Boekwaarde 1 januari | 8.860 | 900 | 1.325 | 11.085 |
| mutaties | ||||
| investeringen | 29 | 68 | 197 | 294 |
| desinvesteringen | 0 | 0 | 0 | 0 |
| afschrijvingen | -714 | -216 | -574 | -1.504 |
| terugneming van waardeverminderingen | 0 | -158 | 0 | -158 |
| totaal mutaties | -685 | -306 | -377 | -1.368 |
| 31 december 2023 | ||||
| verkrijgingsprijzen | 15.001 | 2.511 | 4.224 | 21.736 |
| cumulatieve waardeverminderingen en afschrijvingen | -6.825 | -1.917 | -3.276 | -12.018 |
| boekwaarde 31 december | 8.176 | 594 | 948 | 9.718 |
Voor de post onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie worden de volgende componenten en afschrijvingstermijnen gehanteerd:
| component | afschrijvingsmethode | afschrijvingstermijn |
|---|---|---|
| grond | geen afschrijving | |
| opstal | lineair | 50 jaar |
| verbouwingen | lineair | 15 jaar |
| inventaris | lineair | 10 jaar |
| vervoermiddelen | lineair | 8 jaar |
| ict-middelen | lineair | 3 jaar |
In de post onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie zijn begrepen posten met een boekwaarde van € 0,6 miljoen (31 december 2022: € 0,9 miljoen), die worden gefinancierd door middel van financial lease. Alle overige vaste activa zijn juridisch en economisch in vrije eigendom van de stichting.
De kantoorgebouwen zijn verzekerd tegen herbouwwaarde van € 15,3 miljoen, per 01-07-2023. Er zijn op deze panden geen hypothecaire zekerheden afgegeven. De WOZ-waarde van deze panden bedraagt € 3,9 miljoen. Ultimo boekjaar is er geen indicatie op een bijzondere waardevermindering.
9.8.5 Financiële vaste activa
Het verloop van de financiële vaste activa kan als volgt worden gespecificeerd:
Bedragen x € 1.000
| deelnemingen | latente belastingvordering | overige vorderingen | totaal | |
|---|---|---|---|---|
| 1 januari 2023 | 1 | 22.998 | 43.563 | 66.562 |
| mutatie boekjaar | 0 | -8.156 | -1.094 | -9.250 |
| 31 december 2023 | 1 | 14.842 | 42.469 | 57.312 |
Inbegrepen in de stand per 31 december 2023 zijn bedragen met een:
Bedragen x € 1.000
| deelnemingen | latente belastingvordering | overige vorderingen | totaal | |
|---|---|---|---|---|
| - looptijd korter dan één jaar | 0 | 0 | 1.081 | 1.081 |
Latente belastingvorderingen
De samenstelling van verwerkte, beschikbare verrekenbare tijdelijke verschillen en compensabele verliezen is als volgt:
Bedragen x € 1.000
| Verloop latente belastingvordering en (schulden) | 1 januari 2023 | Correcties voorgaande jaren | VPB-last/bate huidig boekjaar | Verdiscontering huidig boekjaar | 31 december 2023 |
|---|---|---|---|---|---|
| Latenties met betrekking tot: | |||||
| Compensabele verliezen | 27.082 | -2.108 | -3.079 | 340 | 22.235 |
| Afschrijvingspotentieel | 6.666 | 877 | 0 | -1.704 | 5.840 |
| Vastgoed verkocht onder voorwaarde | 75 | 0 | 0 | 1 | 76 |
| Materiele vaste activa ten dienste van | 330 | 0 | 0 | 91 | 420 |
| Langlopende leningen | 1.099 | 0 | 0 | -150 | 948 |
| Voorziening groot onderhoud | -7.360 | 0 | 0 | 27 | -7.334 |
| Financiele instrumenten | -4.895 | 0 | 0 | -2.449 | -7.344 |
| 22.997 | -1.231 | -3.079 | -3.846 | 14.842 |
De latentie voor compensabele verliezen ad € 22,2 miljoen is gebaseerd op een bedrag aan compensabele verliezen ultimo boekjaar van € 92,6 miljoen.
Bedragen x € 1.000
| Eigenschappen latente belastingvordering en (schulden) | Nominale waarde latentie (25,8%) | Contante waarde | Looptijd |
|---|---|---|---|
| latenties met betrekking tot: | € | € | Jaren |
| compensabele verliezen | 23.767 | 22.235 | 6 |
| vastgoed in exploitatie | -168.734 | 0 | 999 |
| afschrijvingspotentieel | 6.581 | 5.840 | 7 |
| vastgoed verkocht onder voorwaarden | 656 | 76 | 38 |
| materiele vaste activa ten dienste van | 508 | 420 | 9 |
| vastgoed bestemd voor verkoop | 1.204 | 0 | 999 |
| vastgoed in ontwikkeling | 33.369 | 0 | 999 |
| langlopende leningen | 1.068 | 948 | 6 |
| voorziening groot onderhoud | -9.060 | -7.334 | 10 |
| financiele instrumenten | -10.957 | -7.344 | 40 |
| niet-aftrekbare rente artikel 15b Wet Vpb 1969 | 96.634 | 0 | 999 |
| -24.965 | 14.842 |
De latenties zijn gewaardeerd op basis van contante waarde tegen 2,14% disconteringsvoet (2022: 2,10%)
Lefier heeft haar beleid afgestemd op haar volkshuisvestelijke karakter. Bij het contant maken van het vastgoed is voor een aantal latenties de veronderstelling gehanteerd dat er in de toekomst geen afwikkelmoment zal zijn van de te vormen latentie. Hierdoor bedraagt de contante waarde van die betreffende latenties nihil. De latenties zijn hiermee wel opgenomen in de tabel met eigenschappen hierboven, maar niet als latentie gewaardeerd. Voor het eventuele waarderingsverschil van vastgoed bestemd voor verkoop is geen latentie opgenomen, aangezien veelal gebruik kan worden gemaakt van de herinvesteringsreserve. Hiermee kan de belastingclaim semipermanent worden doorgeschoven naar de toekomst. Vanwege het semipermanente karakter hebben wij de looptijd in bovenstaande tabel bepaald op 999 jaar.
Overige vorderingen
Bedragen x € 1.000
| 31-12-2023 | 31-12-2022 | |
|---|---|---|
| uitgesteld hedgeresultaat | 41.266 | 43.427 |
| overige vorderingen | 122 | 136 |
| 41.388 | 43.563 |
In 2019 is een tweetal renteswaps bij de BNP doorgezakt in nieuw afgesloten langlopende leningen. Deze twee leningen zijn onder de langlopende schulden initieel verwerkt op basis van de marktwaarde. Als gevolg hiervan ontstaat een verschil tussen de nominale waarde en de marktwaarde welke jaarlijks wordt opgerent conform de effectieve interestmethode waarmee een rentebate in de winst- en verliesrekening tot uitdrukking komt. De marktwaarde van deze afgewikkelde twee renteswaps is geactiveerd en hierop wordt jaarlijks afgeschreven conform de effectieve interestmethode, waarmee een rentelast tot hetzelfde bedrag als de rentebate in de winst- en verliesrekening tot uitdrukking komt. Per saldo hebben deze mutaties in de winst- en verliesrekening geen financieel impact maar zijn om verslaggevingstechnische redenen voorgeschreven.
Daarnaast is hieronder opgenomen de gewaardeerde optiepremie derivaten vanuit contract met extendible lening als gevolg van toepassing "RJ 290.639 onder a". De optiepremie wordt lineair geamortiseerd over de looptijd van het contract, jaarlijks € 14.000.
9.8.6 Voorraden
Bedragen x € 1.000
| 31-12-2023 | 31-12-2022 | |
|---|---|---|
| voorraad terugkoop woningen | 0 | 445 |
| boekwaarde gronden | 4.011 | 4.400 |
| 4.011 | 4.845 |
Ultimo 2023 zijn er geen eenheden bestemd voor de verkoop in het kader van Koopgarant en is er nog voor 11,1 hectare aan grond (2022 13,9 hectare). In lijn met interne besluitvorming wordt de grond welke onderdeel is van de niet-DAEB portefeuille, en waarvoor geen concrete plannen zijn voor ontwikkeling, verkocht en daarmee kwalificeert deze grond als voorraad.
9.8.7 Vorderingen
Bedragen x € 1.000
| 31-12-2023 | 31-12-2022 | |
|---|---|---|
| huurdebiteuren | 1.981 | 1.864 |
| overige vorderingen | 1.561 | 10.772 |
| overlopende activa | 6.090 | 1.999 |
| 9.632 | 14.635 |
Alle vorderingen hebben een resterende looptijd korter dan een jaar. De reële waarde van de vorderingen benadert de boekwaarde, gegeven het kortlopende karakter ervan en het feit dat waar nodig voorzieningen voor oninbaarheid zijn gevormd. De overige vorderingen zijn in 2023 aanmerkelijk lager door de ontvangst in 2023 van de vordering van 9,7 miljoen inzake de subsidieregeling woningcorporaties aardbevingsgebied Groningen.
Huurdebiteuren
Bedragen x € 1.000
| 31-12-2023 | 31-12-2022 | |
|---|---|---|
| huurdebiteuren | 2.560 | 2.369 |
| af: voorziening dubieuze debiteuren | -579 | -505 |
| 1.981 | 1.864 |
Overige vorderingen
Bedragen x € 1.000
| 31-12-2023 | 31-12-2022 | |
|---|---|---|
| subsidieregeling aardbevingen woningcorporaties | 0 | 9.686 |
| overige vorderingen | 1.561 | 1.087 |
| 1.561 | 10.773 |
Overlopende activa
Bedragen x € 1.000
| 31-12-2023 | 31-12-2022 | |
|---|---|---|
| vooruitontvangen facturen | 731 | 1.072 |
| te verrekenen vergoeding blokverwarming | 1.824 | 0 |
| door te berekenen bedragen | 141 | 463 |
| nog te ontvangen bedragen | 846 | 455 |
| vooruitbetaalde vennootschapsbelasting | 2.383 | 0 |
| overige | 164 | 8 |
| 6.090 | 1.998 |
Onder de overlopende activa zijn geen posten opgenomen met een resterende looptijd langer dan een jaar.
9.8.8 Liquide middelen
Bedragen x € 1.000
| 31-12-2023 | 31-12-2022 | |
|---|---|---|
| ING-bank | 9.480 | 10 |
| 9.480 | 10 |
De liquide middelen staan ter vrije beschikking van de rechtspersoon.
9.8.9 Eigen Vermogen
Bedragen x € 1.000
| 31-12-2023 | 31-12-2022 | |
|---|---|---|
| herwaarderingsreserve | 2.324.435 | 2.523.468 |
| overige reserves | 470.586 | 323.380 |
| resultaat boekjaar | -246.469 | -51.827 |
| 2.548.552 | 2.795.021 |
Herwaarderingsreserve
Het verloop van de herwaarderingsreserve in 2023 als volgt:
Bedragen x € 1.000
| Herwaarderingsreserve DAEB-vastgoed in exploitatie | Herwaarderingsreserve niet-DAEB-vastgoed in exploitatie | Totaal | |
|---|---|---|---|
| 1 januari | 2.349.358 | 174.110 | 2.523.468 |
| realisatie uit hoofde van verkoop | -8.917 | -1.705 | -10.622 |
| realisatie uit hoofde van sloop | -5.415 | -1.100 | -6.515 |
| overige mutaties en opleveringen | -108 | -2.123 | -2.231 |
| ongerealiseerde herwaardering boekjaar | -161.500 | -18.164 | -179.664 |
| 31 december | 2.173.418 | 151.018 | 2.324.435 |
Het verloop van de herwaarderingsreserve was in 2022 als volgt:
Bedragen x € 1.000
| Herwaarderingsreserve DAEB-vastgoed in exploitatie | Herwaarderingsreserve niet-DAEB-vastgoed in exploitatie | Totaal | |
|---|---|---|---|
| 1 januari | 2.427.992 | 180.210 | 2.608.202 |
| realisatie uit hoofde van verkoop | -8.943 | -1.331 | -10.275 |
| realisatie uit hoofde van sloop | -4.901 | 0 | -4.901 |
| overige mutaties en opleveringen | -57 | -110 | -167 |
| ongerealiseerde herwaardering boekjaar | -64.734 | -4.658 | -69.392 |
| 31 december | 2.349.357 | 174.110 | 2.523.468 |
Overeenkomstig de statuten van Lefier dient het gehele vermogen binnen de kaders van de Woningwet en afgeleid van de BTIV te worden besteed.
Per 31 december 2023 is in totaal € 2.324 miljoen aan ongerealiseerde herwaarderingen in het eigen vermogen opgenomen (per 31 december 2022: € 2.523 miljoen) begrepen, zijnde het verschil tussen de marktwaarde in verhuurde staat van het vastgoed in exploitatie en de kostprijs. De waardering van dit vastgoed is in overeenstemming met het Handboek modelmatig waarderen bepaald en is daarmee conform de in de Woningwet voorgeschreven waarderingsgrondslag en daaruit afgeleide ministeriële besluiten geldend ten tijde van het opmaken van de jaarverslaggeving.
Uitgaande van waardering tegen beleidswaarde van het vastgoed in exploitatie is een bedrag van € 1.775 miljoen in het eigen vermogen begrepen dat op basis van het beleid van Lefier niet kan worden gerealiseerd. De realisatie van het verschil tussen marktwaarde en beleidswaarde is sterk afhankelijk van het te voeren beleid van Lefier. De mogelijkheden voor Lefier om vrijelijk door (complexgewijze) verkoop of huurstijgingen de marktwaarde in verhuurde staat van DAEB-bezit in exploitatie te realiseren zijn beperkt door wettelijke maatregelen en maatschappelijke ontwikkelingen zoals demografie en ontwikkeling van de behoefte aan sociale (DAEB) huurwoningen. Omdat de doelstelling van de corporatie is om duurzaam te voorzien in passende huisvesting voor hen die daar niet zelf in kunnen voorzien, zal van het vastgoed in exploitatie slechts een beperkt deel vervreemd worden. Daarnaast zal bij mutatie van de woning slechts in uitzonderingssituaties de huur worden verhoogd tot de markthuur en zijn de werkelijke onderhouds- en beheerlasten hoger dan ingerekend in de marktwaarde, voortvloeiend uit de beoogde kwaliteits- en beheersituatie van de corporatie.
Overige reserves
Het verloop van de overige reserves is als volgt:
Bedragen x € 1.000
| 31-12-2023 | 31-12-2022 | |
|---|---|---|
| 31 december | 271.553 | 238.646 |
| uit resultaatbestemming | -246.468 | -51.827 |
| mutatie herwaarderingsreserve | 199.032 | 84.734 |
| 31 december | 224.117 | 271.553 |
In overeenstemming met de statuten is de resultaatbestemming vooruitlopend op en onder voorbehoud van de goedkeuring door de Raad van Commissarissen in de jaarrekening verwerkt. De resultaatbestemming van het voorgaand jaar is door de Raad van Commissarissen vastgesteld op 21-04-2023.
9.8.10 Voorzieningen
Het verloop van de voorzieningen is als volgt:
Bedragen x € 1.000
| 1 januari 2023 | dotaties | onttrekkingen | vrijval | 31 december 2023 | |
|---|---|---|---|---|---|
| voorziening voor onrendabele investeringen en herstructurering | 16.201 | 73.775 | -40.098 | -5.731 | 44.147 |
| overige voorzieningen | 1.643 | 211 | -42 | -145 | 1.667 |
| 17.844 | 73.986 | -40.140 | -5.876 | 45.814 |
Van de voorzieningen is een bedrag van € 14,3 miljoen als langlopend (langer dan een jaar) aan te merken. Circa € 0,6 miljoen hiervan loopt nog langer dan 5 jaar.
Voorziening onrendabele investeringen nieuwbouw en herstructurering
De voorziening onrendabele investeringen nieuwbouw betreft het per saldo verlieslatende deel van contracten afgesloten ten behoeve van de ontwikkeling van nieuwbouw huurwoningen waarvoor nog onvoldoende kosten zijn gemaakt om het bedrag daarop in mindering te brengen.
Overige voorzieningen
Onder overige voorzieningen zijn de volgende voorzieningen opgenomen:
Bedragen x € 1.000
| 31-12-2023 | 31-12-2022 | |
|---|---|---|
| voorziening jubilea | 1.184 | 1.085 |
| voorziening loopbaanontwikkeling | 483 | 558 |
| 1.667 | 1.643 |
9.8.11 Langlopende schulden
Bedragen x € 1.000
| 31 december 2023 | aflossings-verplichting 2024 | resterende looptijd > 1 jaar |
resterende looptijd > 5 jaar |
|
|---|---|---|---|---|
| schulden aan overheid | 2.832 | 475 | 2.357 | 429 |
| schulden aan kredietinstellingen | 1.055.400 | 29.500 | 1.025.900 | 908.675 |
| verplichtingen uit hoofde van onroerende zaken verkocht onder voorwaarden | 18.018 | 0 | 18.018 | 0 |
| overige schulden | 1.088 | 312 | 775 | 775 |
| 1.077.338 | 30.287 | 1.047.050 | 909.879 |
Het vervalschema van de langlopende schulden is hieronder weergegeven:
Bedragen x € 1.000
| < 1 jaar | > 1 jaar en < 5 jaar | > 5 jaar | Totaal | |
|---|---|---|---|---|
| leningen overheid | 475 | 1.928 | 429 | 2.832 |
| leningen kredietinstellingen | 29.500 | 121.760 | 905.583 | 1.055.400 |
| totaal langlopende schulden leningen | 29.975 | 123.688 | 906.012 | 1.058.232 |
Aflossingsverplichtingen binnen 12 maanden na afloop van het boekjaar zoals hierboven toegelicht zijn opgenomen onder de schulden op korte termijn.
Schulden/leningen overheid en kredietinstelling
De mutaties in 2023 van de schulden/leningen overheid en kredietinstellingen kunnen als volgt worden toegelicht:
Bedragen x € 1.000
| schulden/leningen overheid | schulden/leningen kredietinstellingen | totaal | |
|---|---|---|---|
| stand per 1 januari (lang- en kortlopend) | 5.586 | 996.343 | 1.001.929 |
| bij: nieuwe leningen | 0 | 75.000 | 75.000 |
| bij: agio | 0 | 1.126 | 1.126 |
| af: doorzakconstructie derivaten | 0 | -1.081 | -1.081 |
| af: waardeverandering embedded derivaten | 0 | -1.443 | -1.443 |
| af: reguliere aflossingen | -461 | -2.576 | -3.037 |
| af: eindaflossingen | -2.293 | -11.969 | -14.262 |
| stand per 31 december (lang- en kortlopend) | 2.832 | 1.055.400 | 1.058.232 |
| waarvan opgenomen onder schulden op korte termijn | 475 | 29.500 | 29.975 |
| waarvan opgenomen onder schulden op lange termijn | 2.357 | 1.025.900 | 1.028.257 |
De continuïteitswaarde (marktwaarde) van de leningenportefeuille inclusief kredietopslag bedraagt per 31 december 2023 € 990 miljoen (2022: € 917 miljoen). De renteopslag is ontleend aan de verwachtingen bij de sectorbanken. De basisrente is de Euro Swap rate. De discontinuïteitswaarde (WSW) van de leningen bedraagt per 31 december 2023 € 1.092 miljoen (2022: € 982 miljoen).
De marktwaarde van de leningen is met € 73 miljoen (8%) toegenomen ten opzichte van vorig jaar. De leningenportefeuille is nominaal toegenomen met € 57 miljoen (6%). Dit betekent dat de rentecurve licht lager ligt ten opzichte van de curve van vorig verslagjaar.
Schulden/leningen overheid
Hieronder zijn leningen opgenomen die zijn verstrekt door de gemeente Emmen. In 2023 zijn de leningen van de gemeente Midden-Groningen volledig afgelost.
De schulden hebben de volgende kenmerken:
Bedragen x € 1.000
| inclusief kortlopend deel vastrentende leningen | 31-12-2023 | 31-12-2022 |
|---|---|---|
| restschuld ultimo | 2.832 | 5.586 |
| gemiddelde rente | 2,93% | 3,64% |
| gemiddelde looptijd | 6 | 4 |
| duration | 2,5 | 1,9 |
Schulden/leningen kredietinstellingen
Hieronder zijn leningen opgenomen welke zijn verstrekt door de sectorbanken BNG, NWB, verzekeringsmaatschappijen, pensioenfondsen en overige banken.
De schulden hebben de volgende kenmerken:
Bedragen x € 1.000
| vastrentende leningen | 31-12-2023 | 31-12-2022 |
|---|---|---|
| restschuld (inclusief kortlopend deel) per balansdatum (x € 1.000) | 977.169 | 916.340 |
| agio en/of uitgesteld hedgeresultaat | 58.138 | 58.120 |
| embedded derivaten | 3.092 | 4.535 |
| gemiddelde rente | 2,85% | 2,84% |
| gemiddelde looptijd in jaren | 24 | 23 |
| duration | 16,8 | 16,4 |
Bedragen x € 1.000
| leningen met variabele rente | 31-12-2023 | 31-12-2022 |
|---|---|---|
| restschuld (inclusief kortlopend deel) per balansdatum (x € 1.000) | 17.000 | 17.000 |
| gemiddelde rente | 4,09% | 1,84% |
| gemiddelde looptijd in jaren | 1 | 2 |
| duration | 0,0 | 0,0 |
Van de leningen overheid en kredietinstellingen is een totaalbedrag van € 1.004,6 miljoen opgenomen waarvoor WSW borging is verkregen. Dit is inclusief twee door het WSW geborgde leningen met een variabele hoofdsom ad € 25 miljoen, waarvan ultimo boekjaar € 8 miljoen niet is opgenomen.
Onder de leningen zijn voor een bedrag van € 142,5 miljoen (2022: € 142,5 miljoen) aan zogenaamde basisrenteleningen opgenomen. Op deze leningen wordt een vaste basisrente betaald van gemiddeld 3,44% (2022: 3,44%). De credit spread die op deze leningen wordt betaald wordt periodiek herzien. Voor de huidige leningen is de gemiddelde credit spread 0,12% (2022: 0,14%). Het vervalschema van de credit spread herzieningen is hieronder weergegeven:
Bedragen x € 1.000
| geldgever | type | bedrag | ingangs- datum |
eind- datum |
basis rente | spread aanpassing | opslag % | totaal |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| NWB | BAS | 15.000 | 1-09-09 | 1-09-59 | 3,6950% | 1-09-24 | 0,0800% | 3,7750% |
| NWB | BAS | 25.000 | 1-07-11 | 1-07-61 | 3,2900% | 1-07-24 | 0,1700% | 3,4600% |
| NWB | BAS | 25.000 | 29-06-12 | 1-07-58 | 3,2100% | 1-07-24 | 0,0800% | 3,2900% |
| BNG | BAS | 25.000 | 6-09-12 | 7-09-57 | 3,2300% | 7-09-25 | 0,1100% | 3,3400% |
| NWB | BAS | 17.500 | 2-11-12 | 2-11-62 | 3,6100% | 2-11-24 | 0,1700% | 3,7800% |
| NWB | BAS | 25.000 | 3-12-19 | 4-06-63 | 3,6675% | 3-06-25 | 0,1200% | 3,7875% |
| NWB | BAS | 10.000 | 9-12-19 | 7-09-62 | 3,6375% | 7-09-25 | 0,1000% | 3,7375% |
| 142.500 | 3,4771% | 0,1186% | 3,5957% |
Als op het moment van credit spread herziening geen akkoord met de kredietinstelling wordt bereikt over de hoogte ervan is de lening opeisbaar en dient er een break cost te worden betaald gelijk aan de netto contante waarde van het verschil tussen de dan geldende marktrente en de in de lening overeengekomen basisrente.
Onder de leningen is voor een bedrag van € 10 miljoen een extendible lening opgenomen. Bij deze lening betaalt Lefier gedurende het eerste tijdvak een vaste rente die lager is dan de marktrente zoals die op het moment van afsluiten gold. In ruil hiervoor heeft Lefier aan de tegenpartij het recht gegeven op bij het begin van het tweede tijdvak te bepalen of er een op het moment van afsluiten bepaalde vaste rente wordt betaald of dat er een variabele rente wordt betaald. Dit recht van de tegenpartij is een embedded derivaat dat is afgescheiden van het basiscontract en afzonderlijk in de balans is verwerkt onder derivaten. De belangrijkste kenmerken van deze lening en de embedded derivaat alsmede de reële waarde zijn weergegeven in de toelichting op de derivaten.
Derivaten
Lefier heeft nog één extendible lening in portefeuille. Deze extendible lening is verstrekt door ABN Amro Bank. In 2019 is deze lening overgedragen aan NWB Bank.
De marktwaarde van het embedded derivaat is (per saldo) beperkt negatiever t.o.v. ultimo 2022, gegeven de daling van de rentecurve per ultimo 2023 versus ultimo 2022.
Bedragen x € 1.000
| Marktwaarde | Marktwaarde | ||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| geldgever | type | bedrag | ingangsdatum | startdatum swaption | einddatum swaption | strike | renteconventie | 31-12-2023 | 31-12-2022 |
| NWB | extendible | 10.000 | 2-7-2007 | 1-7-2032 | 1-7-2052 | 4,550% | act/360 | -3.092 | -3.038 |
| 10.000 | -3.092 | -3.038 |
In deze extendible lening is een recht opgenomen voor de geldgever om vanaf een specifiek vooraf overeengekomen datum te kiezen voor een vaste dan wel een variabele rente. Dit recht heeft Lefier verkocht (geschreven). Het betreft een geschreven embedded receiver swaption. Conform RJ 290 dienen embedded geschreven swaptions separaat gewaardeerd te worden. Lefier is voor lening 206 vanaf 1 juli 2032 een vaste rente van 4,550% of een variabele rente verschuldigd gebaseerd op het 3 Maands Euribor-tarief zonder opslag, zulks door geldgever te bepalen.
De duration van de gehele portefeuille (inclusief het effect van de renteswaps) bedraagt 16,48 jaar (2022: 16,0).
Verplichtingen uit hoofde van onroerende zaken verkocht onder voorwaarden
Bedragen x € 1.000
| Bedragen x € 1.000 | |
|---|---|
| Verplichting uit hoofde van onroerende zaken verkocht onder voorwaarden | |
| 1 januari 2023 | |
| terugkoopverplichtingen ontstaan bij overdracht | 9.708 |
| verminderingen/vermeerderingen na overdracht | 7.665 |
| 17.373 | |
| mutaties | |
| af: teruggekochte onroerende zaken verkocht onder voorwaarden | -156 |
| herwaardering | 800 |
| 645 | |
| 31 december 2023 | |
| terugkoopverplichting ontstaan bij overdracht | 9.552 |
| verminderingen/vermeerderingen na overdracht | 8.465 |
| 18.018 |
Financiële leaseverplichtingen
Het verloop van de financiële leaseverplichtingen is als volgt:
Bedragen x € 1.000
| 31-12-2023 | 31-12-2022 | |
|---|---|---|
| stand per 1 januari (lang- en kortlopend) | 929 | 1.245 |
| bij: nieuwe contracten | 0 | 0 |
| af: leaseverplichting | -304 | -316 |
| af: einde leasecontracten | -26 | 0 |
| stand per 31 december (lang- en kortlopend) | 599 | 929 |
| waarvan opgenomen onder schulden op korte termijn | 312 | 313 |
| waarvan opgenomen onder schulden op lange termijn | 287 | 616 |
De financiële leaseverplichtingen zijn als volgt onder te verdelen:
Bedragen x € 1.000
| 31-12-2023 | 31-12-2022 | |
|---|---|---|
| verplichtingen <= 1 jaar | 312 | 316 |
| verplichtingen > 1 jaar en < 5 jaar | 258 | 552 |
| verplichtingen >= 5 jaar | 78 | 118 |
| 648 | 983 | |
| af: toekomstige rente | -49 | -54 |
| 599 | 929 |
De gemiddelde rentevoet bedraagt 2,83% (2021: 2,78%).
Overige schulden
Betreft waarborgsommen die uit hoofde van huurovereenkomsten van huurders ontvangen worden en dienen als eerste zekerheid voor de voldoening van eventueel verschuldigde achterstallige huur en mutatiekosten. De waarborgsommen inclusief rente worden bij beëindiging van de huurovereenkomst verrekend.
Bedragen x € 1.000
| 31-12-2023 | 31-12-2022 | |
|---|---|---|
| 1 januari | 509 | 440 |
| toevoegingen | 25 | 77 |
| aflossingen | -45 | -8 |
| 31 december | 489 | 509 |
9.8.12 Kortlopende schulden
Bedragen x € 1.000
| 31-12-2023 | 31-12-2022 | |
|---|---|---|
| schulden aan kredietinstellingen | 29.500 | 20.047 |
| schulden aan overheid | 475 | 2.754 |
| schulden aan leveranciers | 9.446 | 7.935 |
| belastingen en premies sociale verzekeringen | 3.575 | 3.252 |
| te betalen vennootschapsbelasting | 0 | 1.779 |
| overlopende passiva | 31.727 | 46.208 |
| 74.723 | 81.975 | |
Lefier heeft per 31 december 2023 bij de ING Bank N.V. een kredietfaciliteit ter grootte van € 20 miljoen.
Op balansdatum is € 0 miljoen benut van deze faciliteit. Onder de "schulden aan kredietinstellingen" en "schulden aan overheid" zijn opgenomen de aflossingsverplichtingen op leningen die vervallen binnen 1 jaar na afloop van het boekjaar. Voor het in deze post opgenomen kortlopende deel van langlopende schulden verwijzen wij naar de toelichting op de langlopende schulden. Alle kortlopende schulden hebben een resterende looptijd van korter dan een jaar. De reële waarde van de kortlopende schulden benadert de boekwaarde vanwege het kortlopende karakter van de schulden.
De overlopende passiva bestaan uit de volgende posten:
Bedragen x € 1.000
| 31-12-2023 | 31-12-2022 | |
|---|---|---|
| vooruitontvangen subsidie aardbevingen | 102 | 102 |
| vergoeding NAM herstelkosten aardbevingsschades | 3.151 | 3.164 |
| vergoedingen aardbevingen tbv huurders | 708 | 90 |
| transitorische rente leningen/derivaten | 14.245 | 13.600 |
| aangegane verplichtingen investeringsprojecten | 488 | 19.824 |
| aangegane onderhoudsverplichtingen | 3.015 | 4.135 |
| overige aangegane verplichtingen | 1.061 | 249 |
| vooruitontvangen huuropbrengsten | 2.318 | 2.499 |
| verplichting verlofsaldo | 995 | 967 |
| te verrekenen servicekosten | 5.018 | 1.134 |
| reorganisatieverplichting | 0 | 103 |
| overige kortlopende schulden | 626 | 339 |
| 31.727 | 46.208 |
9.8.13 Niet in de balans opgenomen activa en verplichtingen
Investerings- en onderhoudsverplichtingen
Er zijn niet in de balans opgenomen verplichtingen voor projecten (nieuwbouw, verbeteringen en/of groot onderhoud) tot een bedrag van € 80,8 miljoen (2022: € 53,1 miljoen). Deze verplichtingen komen voor € 62,6 miljoen naar verwachting tot afwikkeling in een periode van 1 jaar ná balansdatum.
Huurverplichtingen
Het jaarlijks bedrag van met derden aangegane verplichtingen bedraagt:
- van onroerend goed bedraagt in totaal € 0,3 miljoen (1 jaar). Voor de periode 1 tot 5 jaar bedragen deze € 0,5 miljoen.
- aan overige huurverplichtingen zoals E-Bikes, multifunctionals (printers) en koffiemachines een jaarlijks bedrag van circa € 0,1 miljoen.
Leaseverplichtingen
Lefier is operationele leaseverplichtingen aangegaan voor het gebruik van leaseauto's. De totale leaseverplichting bedraagt € 438.000, waarvan € 140.000 afloopt binnen 1 jaar. Het restant € 298.000 betreft een verplichting tussen 1 en 5 jaar.
Gedurende het verslagjaar is circa € 103.000 aan operationele leasekosten in de winst- en verliesrekening verwerkt.
WSW Obligo
Uit hoofde van het borgingsstelsel heeft Lefier een obligoverplichting jegens het WSW. Deze bestaat uit de jaarlijkse obligoheffing van maximaal 0,34% en een gecommitteerd obligo in de vorm van een variabele lening van maximaal 0,33% van de restschuld van de door Lefier opgenomen, door het WSW geborgde leningen. Over 2023 bedroeg de obligoheffing € 1,3 miljoen (2022: € 0,4 miljoen). Dit is 0,14% van het totale geborgde schuldrestant per ultimo 2023. De maximale obligoverplichting bedraagt € 24,6 miljoen per 31 december 2023 (€ 24,0 miljoen per 31 december 2022).
Lefier zal de komende 5 jaren naar verwachting in totaal € 11,2 miljoen moeten afdragen aan jaarlijkse obligoheffingen en eventueel verstrekken van gecommitteerde obligo om het risicovermogen van het WSW op peil te houden. Indien het WSW het gecommitteerde obligo zou opeisen dient Lefier het bedrag binnen 10 dagen aan het WSW over te maken. Lefier verwacht indien noodzakelijk aan deze verplichting te kunnen voldoen door het nog niet benutte deel van het bestaande financieringskrediet aan te spreken, en zo nodig een aanvullende lening aan te trekken binnen het aanwezige faciliteringsvolume.
Samenwerkingsovereenkomst Stadshavens
Lefier heeft op 17 mei 2022 inzake de gebiedsontwikkeling Stadshavens te Groningen een samenwerkingsovereenkomst getekend met gemeente Groningen, collega corporatie Nijestee en diverse marktpartijen waarin Lefier het recht heeft verkregen tot de realisatie van 135 huurwoningen.
Versterking van woningen als gevolg van risico op aardbevingen
Lefier heeft op basis van het Burgerlijk Wetboek (artikel 6:174 BW, verantwoordelijkheid van de eigenaar van een opstal) en de Woningwet (artikel 1a, lid 1, algemene zorgplicht eigenaar bouwwerk) de verplichting om te zorgen dat het door haar verhuurde vastgoed veilig is. Deze veiligheid kan mogelijk in het geding komen door het risico op aardbevingen in een deel van ons werkgebied (zie ook Hoofdstuk 4 algemene toelichting van de jaarrekening). Door het uitvoeren van versterkingsmaatregelen kan dit risico naar verwachting worden weggenomen.
Fiscale eenheid voor de VpB
Stichting Lefier vormt met Lefier Holding B.V. een fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting. Op grond van de Invorderingswet zijn de vennootschap en de met haar gevoegde dochteronderneming ieder hoofdelijk aansprakelijk voor ter zake door de combinatie verschuldigde belasting. In de jaarrekening van Lefier wordt een belastinglast berekend op basis van het behaalde commerciële resultaat. Door Lefier wordt met Lefier Holding B.V. via de rekening-courantverhouding afgerekend.